Therapie, Supervisie & Training

Over een paar dagen is het precies twee jaar geleden dat de nieuwe Jeugdwet is ingevoerd. De Jeugdwet moest oplossingen bieden voor de gebreken die het jeugdzorgstelsel kende. Gebreken die het gevolg waren van de Wet de Jeugdzorg die in 2005 was ingevoerd. Of althans van de uitwerking daarvan. De Wet op de Jeugdzorg die de gebreken in het stelsel na de invoering van de Wet op de Jeugdhulpverlening uit 1989 moest helpen herstellen. Of althans iets aan de uitwerking daarvan moest doen. De Wet op de Jeugdhulpverlening die ingevoerd werd om de gebreken … afijn, u snapt het.

Nu begrijpt iedereen dat je zoiets ingewikkelds als de hulpverlening aan jeugdigen en hun ouders bij tijd en wijle kritisch tegen het licht moet houden en moet bijstellen. En er viel zeker wel wat bij te stellen aan het jeugdzorgstelsel waarvan de Bureaus Jeugdzorg vanaf het begin van de eeuw de kern vormden.

Twee belangrijke problemen die in de laatste jaren voorafgaand aan de invoering van de nieuwe Jeugdwet werden geconstateerd, waren een toename in de vraag naar dure vormen van jeugdzorg en het feit dat de Bureaus Jeugdzorg waren uitgegroeid tot nogal bureaucratische organisaties. Beide problemen waren naar mijn overtuiging vooral gevolg van het aansturen van de overheid en niet van de Wet op de Jeugdzorg zelf. Door enerzijds al heel snel de korte en middellange ambulante vormen van zorg uit de Bureaus Jeugdzorg weg te halen en anderzijds steeds meer in te zetten op een Bureau dat zowel zeer vraaggericht moest werken als alle risico’s op het missen van een bedreigende opvoedingssituatie moest voorkomen, werden de Bureaus Jeugdzorg als vanzelf de organisaties die het mikpunt van alle mogelijke kritiek werden.

Het spreekt voor zich dat een Bureau Jeugdzorg dat zelf geen hulp mag verlenen, maar wel vraaggericht moet werken al snel tot een orgaan wordt dat voor veel vragen indicaties afgeeft en daarmee relatief specialistische en dure zorg in het stelsel trekt. Tegelijkertijd slankt zij ook zelf niet af tot een orgaan met maar een beperkt aantal medewerkers omdat zij vanuit het veld en vanuit de overheid wordt gezien als de instantie die in de gaten houdt dat alle kinderen in Nederland zich veilig kunnen ontwikkelen. Dat leidt uiteraard tot een op onderzoek en beheersing gerichte organisatie en daarvoor zijn heel wat mensen en middelen nodig.

De oplossing was tweeledig. Enerzijds, aan de Bureaus Jeugdzorg had de taak om zelf kortdurende en middellange ambulante hulp te geven toegekend moeten worden. Anderzijds, er moet in de jeugdzorg een keuze gemaakt worden: of er wordt vraaggericht gewerkt (met het risico dat er zaken over het hoofd worden gezien), of er wordt gekoerst op onderzoek en beheersing (met als risico dat er aan hulp verlenen niet wordt toegekomen). Desnoods kiest men voor het midden (met afgewogen risico’s aan beide kanten). Maar allebei tegelijk, dat kan niet.

Dat laatste is echter helaas wel wat ik twee jaar na de invoering van de nieuwe Jeugdwet zie gebeuren. Naast het feit dat de invoering met een geheel nieuwe stelselwijziging en daarmee verspilling van kennis, motivatie en middelen gepaard is gegaan (Ik hoor het de managers en de wethouders nog zeggen: “Niet alleen transitie, maar óók transformatie”. Natuurlijk want als we toch veranderen, waarom zouden we het dan klein en beheersbaar houden …?), vormt de Jeugdwet nu juist geen antwoord op de twee genoemde problemen. Ik zie zowel bij de wijkteams en sociale teams als bij de jeugdbescherming opnieuw de tendens om ondanks de beleden nadruk op ‘eigen kracht’ van de cliënt, vooral te willen beheersen en risico’s afdekken. Terwijl er tegelijkertijd een enorme terughoudendheid is om daadwerkelijk hulp te verlenen. De woorden regie, coördinatie, drang en melding kom ik veel tegen in het taalgebruik van de regieverantwoordelijken, wijkcoördinatoren, drangmedewerkers en meldpuntfunctionarissen. Empathie, luisteren, helpen, troost, meelopen en bemoedigen hoor ik veel minder. Terwijl dat hetgeen is wat die kinderen en hun ouders zo hard nodig hebben. Met of zonder nieuwe Jeugdwet.